Vertaaloefening Franse lidwoorden
gratis online oefenmateriaal
|
|
Diagnostische toets bij NVP unité 2A en 2BD (klas 3 Havo/VWO)
De antwoorden staan onderaan de oefening
Traduis en français: vertaal naar het Frans
1 Wij nemen een kopje koffie.
2 Fransen eten veel stokbrood. Ze zijn dol op stokbrood.
3 Hij drinkt nooit bier, want hij houdt niet van bier.
4 Zij kopen brood voor de maaltijd.
5 Wijn is goed voor de gezondheid.
6 In Frankrijk drinkt men vaak bronwater.
7 Zij hebben een glas melk genomen.
8 Zij zullen thee en cola drinken.
9 Voor deze maaltijd neem je (=neem men) aardappelen, vlees en groente.
10 Neem een beetje zou en peper.
11 Heb je het geld niet gepakt?
12 Er is bijna geen vlees meer.
13 Zij geloofden dat ze heel weinig wijn dronken.
14 Ik koop nooit kaas.
15 Heb jij een hekel aan knoflook?
De antwoorden staan onderaan de oefening
Traduis en français: vertaal naar het Frans
1 Wij nemen een kopje koffie.
2 Fransen eten veel stokbrood. Ze zijn dol op stokbrood.
3 Hij drinkt nooit bier, want hij houdt niet van bier.
4 Zij kopen brood voor de maaltijd.
5 Wijn is goed voor de gezondheid.
6 In Frankrijk drinkt men vaak bronwater.
7 Zij hebben een glas melk genomen.
8 Zij zullen thee en cola drinken.
9 Voor deze maaltijd neem je (=neem men) aardappelen, vlees en groente.
10 Neem een beetje zou en peper.
11 Heb je het geld niet gepakt?
12 Er is bijna geen vlees meer.
13 Zij geloofden dat ze heel weinig wijn dronken.
14 Ik koop nooit kaas.
15 Heb jij een hekel aan knoflook?
Solutions / antwoorden:
1 Nous prenons une tasse de café.
2 Les Français manent beaucoup de baguette. Ils adorent la baguete.
3 Il ne boit jamais de bière, car il n'aime pas la bière.
4 Ils mangent du pain pour le repas.
5 Le vin est bon pour la santé.
6 En France on boit souvent de l'eau minérale.
7 Ils ont pris un verre d'eau.
8 Ils boiront du thé et du coca.
9 Pour ce repas on prend des pommes de tere, de la viande et des légumes.
10 Prends un peu de sel et de poivre.
11 Tu n'as pas pris l'argent?
12 Il n'y a presque plus de viande.
13 Ils croyaient qu'ils buvaient très peu de vin.
14 Je n'achète jamais de fromage.
15 Tu détestes l'ail?
1 Nous prenons une tasse de café.
2 Les Français manent beaucoup de baguette. Ils adorent la baguete.
3 Il ne boit jamais de bière, car il n'aime pas la bière.
4 Ils mangent du pain pour le repas.
5 Le vin est bon pour la santé.
6 En France on boit souvent de l'eau minérale.
7 Ils ont pris un verre d'eau.
8 Ils boiront du thé et du coca.
9 Pour ce repas on prend des pommes de tere, de la viande et des légumes.
10 Prends un peu de sel et de poivre.
11 Tu n'as pas pris l'argent?
12 Il n'y a presque plus de viande.
13 Ils croyaient qu'ils buvaient très peu de vin.
14 Je n'achète jamais de fromage.
15 Tu détestes l'ail?