Le pronom possessif (bezittelijk voornaamwoord)
Online Franse grammatica uitleg en theorie (l'adjectif possessif)
Video uitleg Franse
bezittelijke voornaamwoorden
|
|
mijn jouw / je zijn / haar ons / onze jullie / uw hun |
mannelijk
mon ton son notre votre leur |
vrouwelijk
ma ta sa notre votre leur |
meervoud
mes tes ses nos vos leurs |
exemples: mijn vriend mijn vriendin mijn beste vriend mijn beste vriendin mijn vrienden mijn vriendinnen |
mon copain ma copine mon meilleur copain ma meilleure copine mes copains mes copines |
mon ami mon amie mon meilleur ami ma meilleure amie mes amis mes amies |
Bezittelijk voornaamwoord zelfstandig gebruikt (pronom possessif)
mannelijk le mien le tien le sien le nôtre le vôtre le leur |
vrouwelijk la mienne la tienne la sienne la nôtre la vôtre la leur |
mann. meervoud les miens les tiens les siens les nôtres les vôtres les leurs |
vrouw. meervoud les miennes les tiennes les siennes les nôtres les vôtres les leurs |
Exemple:
J'ai oublié mon livre. -Alors, tu peux utiliser le mien.
J'ai oublié mon livre. -Alors, tu peux utiliser le mien.
- Franse bezittelijke voornaamwoorden richten zich qua getal en geslacht naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Daarom zijn er meer verschillende vormen dan in het Nederlands.
- Het Frans maakt geen verschil tussen zijn en haar
- Bij 'mijn', 'jouw' en 'zijn/haar' gebruik je toch de mannelijke vorm als het vrouwelijk zelfstandig naamwoord waar het bij hoort met een klinker (a, e, o, i, u) of stomme h begint (klinkerbotsing). Staat er tussen het vrouwelijke ZN en het bez. vnw. een ander woord dat met een medeklinker begint, dan neem je wel gewoon de vrouwelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
- In het meervoud wordt er geen verschil gemaakt tussen mannelijk en vrouwelijk.
- Het Frans maakt geen verschil tussen zijn en haar
- Bij 'mijn', 'jouw' en 'zijn/haar' gebruik je toch de mannelijke vorm als het vrouwelijk zelfstandig naamwoord waar het bij hoort met een klinker (a, e, o, i, u) of stomme h begint (klinkerbotsing). Staat er tussen het vrouwelijke ZN en het bez. vnw. een ander woord dat met een medeklinker begint, dan neem je wel gewoon de vrouwelijke vorm van het bezittelijk voornaamwoord.
- In het meervoud wordt er geen verschil gemaakt tussen mannelijk en vrouwelijk.