Franse lidwoorden uitleg - Les articles
Vormen en gebruik van het Franse lidwoord (zie beneden voor toepassing van de lidwoorden.
Franse lidwoorden oefenen
Franse lidwoorden oefenen
Video uitleg lidwoorden (brugklas) |
|
Vormen van de Franse lidwoorden
L'article indéfini (onbepaald lidwoord): een
Enkelvoud:
mannelijk vrouwelijk |
un une |
meervoud (geen lidwoord in NL)
des des |
L'article défini (bepaald lidwoord): de / het
Enkelvoud:
mannelijk vrouwelijk voor klinker / stomme h |
le la l' |
meervoud:
les les les |
L'article partitif (delen lidwoord): geen lidwoord in het Nederlands
Enkelvoud:
mannelijk vrouwelijk voor klinker / stomme h |
du de la de l' |
meervoud:
des des des |
Gebruik / toepassing van de Franse lidwoorden:
Samentrekking bep. lidw. met vz. à (in/naar/aan de/het ...) of de (van/uit/over de/het...)
Samentrekking bep. lidw. met vz. à (in/naar/aan de/het ...) of de (van/uit/over de/het...)
à + le >>
à + la à + l' à + les >> |
au
à la à l' aux |
de + le >>
de + la de + l' de + les >> |
du
de la de l' des |
let op: dit is niet hetzelfde als het delend lidwoord (dat geen betekenis heeft). du, de la, de l', des betekent van de, van het, uit de, uit het ...
Geen delend lidwoord maar de :
|
|
Exemples:
Je mange un pain. Je mange le pain Je mange du pain Je mange les pains. Je mange des pains. Je ne mange pas de pain. Je mange beaucoup de pain. Je ne mange pas de pains. Je mange beaucoup de pains. Elle a de beaux yeux. |
Ik eet een brood. Ik eet het brood. Ik eet brood. Ik eet de broden. ik eet broden. Ik eet geen brood. Ik eet veel brood. Ik eet geen broden. Ik eet veel broden. Zij heeft mooie ogen. |
Altijd bepaald lidwoord (le, la, l', les):
- na aimer, préférer, adorer, détester (ook na ontkenning!)
- als iets in het algemeen bedoeld wordt
- titel + eigennaam
- voor landennamen / streeknamen
- datum (b.v. in brieven) (altijd le)
- vaste dagen (altijd le)
Exemples:
J'adore le chocolat, mais je n'aime pas le fromage. Les Français boivent beaucoup de vin. Le président Hollande est très populaire. La France est un beau pays. Amsterdam, le 14 octobre 2014 Le dimanche nous allons toujours chez ma grand-mère. |
Ik ben dol op chocolade, maar ik houd niet van kaas. (De) fransen drinken veel wijn. President Hollande is erg populair. Frankrijk is een mooi land. Amsterdam, 10 oktober 2014. Op zondag ('s zondags) gaan we altijd naar mijn oma. |