Duitse modale werkwoorden - Modalverben oefenen
Gratis online oefeningen Duitse modale hulpwerkwoorden + wissen
Dürfen
Oefening 1 meerkeuze Oefening 2 Können Oefening 1 meerkeuze Oefening 2 können en müssen Mögen Oefening 1 vormen vertalen Müssen Oefening 1 vervoeging: zet in de goede volgorde Sollen Oefening 1 invullen vervoeging o.t.t. Oefening 2 Präsens meerkeuze Oefening 3 maak zinnen met sollen Müssen of sollen? Oefening 1 invullen Wollen Oefening 1 mc vervoeging Wissen oefening 1 invuloefening vervoeging Modale werkwoorden door elkaar (Präsens):
Oefening 1 Oefening 2 invuloefening Oefening 3 Präsens vormen Oefening 4 kies het juiste ww. en vul de juiste vorm in Oefening 5 meerdere tijden (invul) Oefening 6 wat drukt het ww. uit? Oefening 7 idem Oefening 8 idem Oefening 9 invuloefening Präsens Oefening 10 idem Oefening 11 idem Oefening 12 Oefening 13 Oefening 14 invultekst Oefening 15 Oefening 16 Oefening 17 gatentekst Oefening 18 o.t.t. / o.v.t. / v.t.t. Oefening 19 Oefening 20 vul het juiste modale werkwoord in de juiste vorm in Oefening 21 (moeilijk) Oefening 22 Oefening 23 meerdere invuloefeningen Oefening 24 müssen en dürfen Oefening 25 können / wollen / wissen uitleg Duitse werkwoorden Welk modale werkwoord gebruiken? Oefening 1 |
Modale werkwoorden gemengd (Imperfekt / verleden tijd):
Oefening 1 Imperfekt (verleden tijd) invullen Oefening 2 idem o.v.t. Oefening 3 Oefening 4 Oefening 5 Präsens en Präteritum Modale werkwoorden: voltooid tegenwoordige tijd v.t.t. (Perfekt) Oefening 1 |
|
|