Duitse grammatica: gemengde oefening (Lückentext)
Bovenbouw HAVO / VWO Werkwoorden, persoonlijk voornaamwoord, naamvallen, voorzetsels, bijvoeglijk naamwoord, betrekkelijk voornaamwoord ... Antwoorden staan onderaan de oefening Präsens = tegenwoordige tijd o.t.t. Imperfekt = verleden tijd o.v.t. Perfekt = voltooide tijd v.t.t. Ergänze die Lücken: Deutschland im Wandel Jed [1]…… Fünft…… hat Wurzeln [2] im/ins Ausland Menschen mit Migrationshintergrund bilden [3] ein….. immer größer…. Teil der deutschen Bevölkerung. In den vergangenen sechs Jahren [4] ……………. (steigen, Imperfekt) ihre Zahl kontinuierlich auf zuletzt knapp 16 Millionen. Immer mehr Menschen in Deutschland haben ausländische Wurzeln - schon fast jeder Fünfte hat einen Migrationshintergrund. Annähernd 16,0 Millionen Menschen aus Zuwandererfamilien lebten 2011 in [5] d..... Bundesrepublik. Das waren rund 216.000 mehr als im Vorjahr. Die Mehrheit von [6] sie/ihr/ihnen hat einen [7] Deutschen/deutschen Pass (8,8 Millionen). Wie das Statistische Bundesamt in Wiesbaden mitteilte, steigt die Zahl seit Beginn der Statistik im Jahr 2005 Jahr für Jahr leicht. [8] D..... meist....... Menschen mit Migrationshintergrund stammen 2011 aus [9] d..... Türkei (3,0 Millionen) gefolgt von Polen (1,5) und [10] d….. Russisch…… Föderation (1,2). An [11] viert….. Stelle steht Kasachstan (900.000), knapp gefolgt von Italien (800.000). Geburten sorgen für Anstieg Vor allem die zweite und dritte Generation [12] d…… Zuwanderer sowie Ausländer - insbesondere aus Ost- und Südeuropa - [13] ……………. zu dem Plus …………………. (beitragen, Perfekt). Die Zahl der in [14] d….. Bundesrepublik geboren….. Deutschen mit Migrationshintergrund [15] ……….. innerhalb eines Jahres um 4,8 Prozent auf rund 3,8 Millionen …………….. (steigen, Perfekt). Dazu kommt ein leichtes Plus bei [16] d..... ausländisch.... Zuwanderer.... von 1,7 Prozent auf etwa 5,7 Millionen. Die Zahl der Ausländer, [17] d…….. in Deutschland geboren wurden, [18] ……… dagegen weiter …………… (abnehmen, Perfekt), um 3,4 Prozent auf rund 1,5 Millionen. Der Anteil der Menschen mit Migrationshintergrund an [19] d…… gesamt…… Bevölkerung ist binnen eines Jahres um 0,2 Punkte auf 19,5 Prozent gestiegen. Gegenüber [20] d..... erst..... Jahr der Statistik (2005) [21] ………….. (betragen, Präsens) [22] d……. Zuwachs 1,2 Prozentpunkte. Damals hatten 15,1 Millionen Einwohner einen Migrationshintergrund. Dazu zählen die Statistiker alle Einwanderer seit 1950, alle Ausländer sowie in der Bundesrepublik [23] geboren....... Deutsch..... mit mindestens einem Elternteil, [24] d…… zugewandert oder als Ausländer in Deutschland geborenen ist. Bron: dpa, N24 (19.09.2012) Antworten / Lösungen:
[1] Jeder fünfte [2] im [3] einen immer größeren [4] stieg [5] der [6] ihnen [7] deutschen [8] Die meisten [9] der [10] der Russischen Föderation [11] vierter [12] der [13] haben ... beigetragen [14] der ... geborenen [15] ist ... gestiegen [16] den ausländischen Zuwanderern [17] die [18] hat ... abgenommen [19] der gesamten Bevölkerung [20] dem ersten [21] beträgt [22] der [23] geborene Deutsche [24] der |
|
- Home
-
Engels online
-
Engelse grammatica (grammar)
>
-
Engelse grammatica oefenen
>
-
Tijden (tenses) oefenen
>
- Vorming werkwoordstijden oefenen
- Present simple / continuous oefenen >
- Past simple / continuous oefenen >
- Present perfect (continuous) oefenen >
- Past perfect = pluperfect oefenen >
- Future tenses oefenen
- Conditionals oefenen
- Mixed tenses exercises - alle Engelse tijden
- Modals (modale hulpwerkwoorden)
- Passive voice oefenen
- De gerund - oefenen
- Engels woordvolgorde oefenen (word order exercises)
- much - many - little - few - a few
- Personal pronoun (pers.vnw.) oefenen
- Possessive pronouns (bez. vnw.) oefenen
- Aanwijzend voornaamwoord (demonstrative pronoun)
- Betrekkelijk voornaamwoord (relative pronoun)
- Bijwoorden (adverbs) oefenen
- Comparison - oefeningen
- question tags oefenen
- Engels genitive bezit 's oefenen
-
Tijden (tenses) oefenen
>
-
Uitleg Engelse grammatica
>
-
Tijden (tenses)
>
- Engelse onregelmatige werkwoorden rijtjes en uitleg
- Present simple / present continuous
- Past simple / past continuous
- Present perfect (continuous)
- Past perfect (continuous) = Pluperfect (continuous)
- Future tenses
- Modals (modale hulpwerkwoorden) uitleg
- Conditionals / voorwaardelijke bijzinnen
- Passive voice / lijdende vorm
- De gerund - uitleg
- Persoonlijk voornaamwoord (personal pronouns)
- Bezittelijk voornaamwoord (possessive pronoun)
- Bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
- Bijwoorden (adverbs)
- Comparison - trappen van vergelijking
- Lidwoorden (articles)
- Voorzetsels (prepositions)
-
Tijden (tenses)
>
-
Engelse grammatica oefenen
>
- English for kids - Engels voor de basisschool >
- Engelse woorden leren (vocabulary) >
- Leesvaardigheid Engels (reading) >
- Luistervaardigheid Engels (listening) >
- Schrijfvaardigheid Engels (writing) >
- Spreekvaardigheid Engels (speaking)
- Cambridge examen voorbereiden >
- Vertalingen Nederlands - Engels - Nederlands
-
Engelse grammatica (grammar)
>
-
Duits online
-
Duitse grammatica (Grammatik)
>
- Duitse woorden leren (Wortschatz) >
- Leesvaardigheid Duits (lesen) >
-
Luistervaardigheid Duits (hören)
>
- Schrijfvaardigheid Duits (schreiben) >
- Online Duits leren spreken
- Duits voor kinderen - basisschool
- Duits leren in Duitsland of Oostenrijk
- Goethe examen voorbereiden
- Vertalingen Duits - Frans - Nederlands
-
Duitse grammatica (Grammatik)
>
-
Frans online
-
Franse grammatica (grammaire)
>
-
Franse grammatica oefenen
>
-
Werkwoorden (verbes)
>
- Franse regelmatige werkwoorden >
- Franse onregelmatige werkwoorden >
- De présent (o.t.t.)
- De impératif (gebiedende wijs)
- De passé composé (v.t.t.)
- De imparfait (o.v.t.) >
- De futur proche (nabije toekomst)
- De futur simple (o.t.t.t.) >
- De conditionnel / futur du passé (o.v.t.t.)
- Subjonctif oefeningen
- Franse tijden en werkwoorden door elkaar
- Franse onpersoonlijke werkwoorden
- Gérondif oefeningen
- ontkenning in het Frans oefenen
- Franse lidwoorden (articles) oefenen
- Bezittelijk voornaamwoord (pronom possessif) oefenen
- Aanwijzend voornaamwoord (pronom démonstratif) oefenen
- Betrekkelijk voornaamwoord (pronom relatif) oefenen
- Bijvoeglijke naamwoorden (adjectifs) oefenen
- Bijwoorden (adverbes) oefenen >
- Trappen van vergelijking (comparaison) oefenen
- Persoonlijk voornaamwoord (pronom personnel) oefenen
- Franse vraagzinnen (questions) en vraagwoorden oefenen
- Les nombres - Franse getallen
-
Werkwoorden (verbes)
>
-
Uitleg Franse grammatica
>
- Uitleg Franse werkwoorden (verbes) >
- Lidwoorden (articles) uitleg
- Bijvoeglijke naamwoorden (adjectifs)
- Bijwoorden (adverbes)
- Bezittelijk voornaamwoord (pronom possessif)
- Aanwijzend voornaamwoord (pronom démonstratif)
- Betrekkelijk voornaamwoord (pronom relatif)
- Persoonlijk voornaamwoord (pronom personnel)
- Trappen van vergelijking - comparaison
- Franse vraagzinnen (questions) en vraagwoorden uitleg
-
Franse grammatica oefenen
>
- Frans leren voor kinderen - le français pour les enfants
- Franse woorden leren (vocabulaire)
- Leesvaardigheid Frans (compréhension écrite) >
- Luistervaardigheid Frans (compréhension orale) >
- Schrijfvaardigheid Frans (expression écrite) >
- Online Frans leren spreken
- Franstalige literatuur >
- Delf examen voorbereiden
- Vertalingen Nederlands - Frans - Nederlands
-
Franse grammatica (grammaire)
>
- Spaans online
- Italiaans online
-
Nederlands online
- Rekenen: basisschool
- Rekenen: middelbare school
- Contact