Talenwijzer
Gratis online talen leren - vertalingen - cursussen - trainingen - bijles
  • Home
  • Engels online
    • Engelse grammatica (grammar) >
      • Engelse grammatica oefenen >
        • Tijden (tenses) oefenen >
          • Vorming werkwoordstijden oefenen
          • Present simple / continuous oefenen >
            • Present simple oefenen >
              • Present simple 'to be'
              • has (got) of have (got) ?
              • Present simple 'vraagzinnen'
              • Present simple 'ontkenningen'
              • Present simple 'gemengde zinnen'
            • Present continuous oefenen
            • Present simple of present continuous?
          • Past simple / continuous oefenen >
            • Past simple oefenen
            • Past continuous oefenen
            • past simple or past continuous?
          • Present perfect (continuous) oefenen >
            • Present perfect (simple) oefenen
            • Present perfect continuous oefenen
            • present perfect simple of present perfect continuous?
            • Past simple or Present Perfect?
          • Past perfect = pluperfect oefenen >
            • Past perfect oefenen
            • Simple past of past perfect?
            • Simple past, present perfect of past perfect?
          • Future tenses oefenen
          • Conditionals oefenen
          • Mixed tenses exercises - alle Engelse tijden
          • Modals (modale hulpwerkwoorden)
          • Passive voice oefenen
          • De gerund - oefenen
        • Engels woordvolgorde oefenen (word order exercises)
        • much - many - little - few - a few
        • Personal pronoun (pers.vnw.) oefenen
        • Possessive pronouns (bez. vnw.) oefenen
        • Aanwijzend voornaamwoord (demonstrative pronoun)
        • Betrekkelijk voornaamwoord (relative pronoun)
        • Bijwoorden (adverbs) oefenen
        • Comparison - oefeningen
        • question tags oefenen
        • Engels genitive bezit 's oefenen
      • Uitleg Engelse grammatica >
        • Tijden (tenses) >
          • Engelse onregelmatige werkwoorden rijtjes en uitleg
          • Present simple / present continuous
          • Past simple / past continuous
          • Present perfect (continuous)
          • Past perfect (continuous) = Pluperfect (continuous)
          • Future tenses
          • Modals (modale hulpwerkwoorden) uitleg
          • Conditionals / voorwaardelijke bijzinnen
          • Passive voice / lijdende vorm
          • De gerund - uitleg
        • Persoonlijk voornaamwoord (personal pronouns)
        • Bezittelijk voornaamwoord (possessive pronoun)
        • Bijvoeglijke naamwoorden (adjectives)
        • Bijwoorden (adverbs)
        • Comparison - trappen van vergelijking
        • Lidwoorden (articles)
        • Voorzetsels (prepositions)
    • English for kids - Engels voor de basisschool >
      • Luistervaardigheid groep 3 en 4
    • Engelse woorden leren (vocabulary) >
      • Engels woordjes leren onderbouw
      • Engels woorden leren bovenbouw
    • Leesvaardigheid Engels (reading) >
      • Leesvaardigheid Engels onderbouw
      • Leesvaardigheid Engels bovenbouw
    • Luistervaardigheid Engels (listening) >
      • Luistervaardigheid Engels onderbouw
      • Luistervaardigheid Engels bovenbouw
    • Schrijfvaardigheid Engels (writing) >
      • Schrijfvaardigheid Engels onderbouw
      • Schrijfvaardigheid Engels bovenbouw
    • Spreekvaardigheid Engels (speaking)
    • Cambridge examen voorbereiden >
      • Cambridge FCE certificaat voorbereiden (B2)
      • Cambridge CAE certificaat voorbereiden (C1)
      • Cambridge CPE certificaat voorbereiden (C2)
    • Vertalingen Nederlands - Engels - Nederlands
  • Duits online
    • Duitse grammatica (Grammatik) >
      • Duitse grammatica oefenen >
        • Werkwoorden (Verben) >
          • Konjugieren - Duitse werkwoorden vervoegen
          • Haben, sein, werden >
            • haben - sein - werden - Präsens (o.t.t.)
            • haben - sein - werden - Präteritum (o.v.t.)
            • haben - sein - werden - Perfekt (v.t.t)
          • Zwakke werkwoorden
          • Sterke werkwoorden
          • Modalverben
          • Alle Verben gemischt
          • Duits Konjunktiv I oefenen (indirekte rede)
          • Duits Konjunktiv II oefenen
          • Passivsätze - lijdende zinnen
        • De Duitse naamvallen oefenen >
          • Naamvallen en zinsdeelfuncties
          • Naamvallen en voorzetsels
          • Naamvallen en werkwoorden
          • Naamvallen: alles door elkaar / gemischte Übungen
        • Adjektive (bijvoeglijke naamwoorden) oefenen
        • Persoonlijk voornaamwoord (Personalpronomen) oefenen
        • Zelfst. naamw. - Pluralbildung üben
        • Duits betrekkelijk voornaamwoord oefenen (Relativpronomen)
        • Lückentexte - gemengde grammatica oefeningen Duits
      • Uitleg Duitse grammatica >
        • Zelfstandig naamwoord: Pluralbildung
        • De Duitse naamvallen: uitleg
        • Uitleg naamvallen: Adjektive (bijvoeglijke naamwoorden)
        • De Duitse werkwoorden: uitleg
        • Duitse naamwoorden: Pronomen
    • Duitse woorden leren (Wortschatz) >
      • Duits woordjes leren onderbouw
    • Leesvaardigheid Duits (lesen) >
      • Leesvaardigheid Duits onderbouw
      • Leesvaardigheid Duits bovenbouw
    • Luistervaardigheid Duits (hören) >
      • Luistervaardigheid Duits onderbouw
      • Luistervaardigheid Duits bovenbouw
      • Duitstalige liedjes >
        • Sänger(Innen) / Bands A-D
        • Sänger(Innen) / Bands E - H
        • Sänger(Innen) / Bands I - L
        • Sänger(Innen) / Bands M - P
        • Sänger(Innen) / Bands Q - T
        • Sänger(Innen) / Bands U - V- W
        • Sänger(Innen) / Bands X - Y - Z
      • Duitse films
    • Schrijfvaardigheid Duits (schreiben) >
      • Schrijfvaardigheid Duits onderbouw
      • Schrijfvaardigheid Duits bovenbouw
    • Online Duits leren spreken
    • Duits voor kinderen - basisschool
    • Duits leren in Duitsland of Oostenrijk
    • Goethe examen voorbereiden
    • Vertalingen Duits - Frans - Nederlands
  • Frans online
    • Franse grammatica (grammaire) >
      • Franse grammatica oefenen >
        • Werkwoorden (verbes) >
          • Franse regelmatige werkwoorden >
            • Regelmatige werkwoorden op - er
            • Regelmatige werkwoorden op - ir
            • Regelmatige werkwoorden op - re
          • Franse onregelmatige werkwoorden >
            • avoir - être >
              • Être - exercices
              • Avoir - exercices
              • Être of avoir ?
          • De présent (o.t.t.)
          • De impératif (gebiedende wijs)
          • De passé composé (v.t.t.)
          • De imparfait (o.v.t.) >
            • Imparfait of passé composé?
          • De futur proche (nabije toekomst)
          • De futur simple (o.t.t.t.) >
            • Présent of futur?
          • De conditionnel / futur du passé (o.v.t.t.)
          • Subjonctif oefeningen
          • Franse tijden en werkwoorden door elkaar
          • Franse onpersoonlijke werkwoorden
          • Gérondif oefeningen
        • ontkenning in het Frans oefenen
        • Franse lidwoorden (articles) oefenen
        • Bezittelijk voornaamwoord (pronom possessif) oefenen
        • Aanwijzend voornaamwoord (pronom démonstratif) oefenen
        • Betrekkelijk voornaamwoord (pronom relatif) oefenen
        • Bijvoeglijke naamwoorden (adjectifs) oefenen
        • Bijwoorden (adverbes) oefenen >
          • Vorming van de Franse bijwoorden
          • Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord ?
        • Trappen van vergelijking (comparaison) oefenen
        • Persoonlijk voornaamwoord (pronom personnel) oefenen
        • Franse vraagzinnen (questions) en vraagwoorden oefenen
        • Les nombres - Franse getallen
      • Uitleg Franse grammatica >
        • Uitleg Franse werkwoorden (verbes) >
          • Uitleg Franse regelmatige werkwoorden (verbes réguliers)
          • Uitleg passé composé
        • Lidwoorden (articles) uitleg
        • Bijvoeglijke naamwoorden (adjectifs)
        • Bijwoorden (adverbes)
        • Bezittelijk voornaamwoord (pronom possessif)
        • Aanwijzend voornaamwoord (pronom démonstratif)
        • Betrekkelijk voornaamwoord (pronom relatif)
        • Persoonlijk voornaamwoord (pronom personnel)
        • Trappen van vergelijking - comparaison
        • Franse vraagzinnen (questions) en vraagwoorden uitleg
    • Frans leren voor kinderen - le français pour les enfants
    • Franse woorden leren (vocabulaire)
    • Leesvaardigheid Frans (compréhension écrite) >
      • Leesvaardigheid Frans - onderbouw
      • Leesvaardigheid Frans - bovenbouw
      • Voorbereiding eindexamen Frans
    • Luistervaardigheid Frans (compréhension orale) >
      • Luistervaardigheid Frans (onderbouw)
      • Luistervaardigheid Frans bovenbouw
      • Franse liedjes / chansons
      • Franse films (le cinéma français) >
        • Filmtrailers (bandes annonces)
        • Acteurs et actrices (interviews et informations)
    • Schrijfvaardigheid Frans (expression écrite) >
      • Schrijfvaardigheid Frans Onderbouw
      • Schrijfvaardigheid Frans Bovenbouw
    • Online Frans leren spreken
    • Franstalige literatuur >
      • Franstalige auteurs - info en oefeningen
    • Delf examen voorbereiden
    • Vertalingen Nederlands - Frans - Nederlands
  • Spaans online
    • Spaanse grammatica >
      • Uitleg Spaanse grammatica >
        • Uitleg Spaanse regelmatige werkwoorden (verbos regulares)
        • Uitleg Spaanse bijvoeglijke naamwoorden (adjetivos calificativos)
      • Spaanse grammatica oefenen >
        • Werkwoorden - los verbos >
          • Los verbos - vervoegingen Spaanse werkwoorden oefenen
          • Spaanse regelmatige werkwoorden op - ar
          • Spaanse regelmatige werkwoorden op - er
          • Spaanse regelmatige werkwoorden op - ir
          • Spaanse werkwoorden klinkerwisseling -ie - i - ue
          • Spaanse onregelmatige werkwoorden oefenen
        • Spaanse voornaamwoorden - pronombres >
          • Persoonlijke voornaamwoorden - pronombres personales
          • Aanwijzend voornaamwoord - pronombres demostrativos
          • Bezittelijke voornaamwoorden - pronombres posesivos
          • Betrekkelijke voornaamwoorden - pronombres relativos
    • Spaanse woorden leren
    • Leesvaardigheid Spaans
    • Luistervaardigheid Spaans
    • Schrijfvaardigheid Spaans
    • Online Spaans leren spreken
    • DELE examen Spaans voorbereiden
    • Vertalingen Nederlands - Spaans - Nederlands
  • Italiaans online
    • Italiaanse grammatica >
      • Italiaanse grammatica uitleg >
        • Italiaanse werkwoorden - uitleg
        • Italiaanse lidwoorden - uitleg
      • Italiaanse grammatica oefenen >
        • Werkwoorden (i verbi) >
          • Werkwoordsvorming / vervoeging oefenen
          • Italiaanse regelmatige werkwoorden op - are
          • Italiaanse regelmatige werkwoorden op - ere
          • Italiaanse regelmatige werkwoorden op - ire
          • Italiaanse onregelmatige werkwoorden oefenen
        • Lidwoorden (gli articoli)
        • Italiaans bijvoeglijk naamwoord (aggettivo) oefenen
    • Italiaanse woorden leren
    • Leesvaardigheid Italiaans
    • Luistervaardigheid Italiaans
    • Italiaanse muziek >
      • Alessandro Safina
      • Andrea Bocelli
      • Eros Ramazzotti
      • Jovanotti
      • Laura Pausini
      • Nek
      • Tiziano Ferro
      • Zucchero Fornaciari
    • Italiaanse films
    • Online Italiaans leren spreken
    • Vertalingen Nederlands - Italiaans - Nederlands
  • Nederlands online
    • Nederlandse grammatica - spelling - werkwoorden >
      • Uitleg Nederlandse grammatica en werkwoorden >
        • Uitleg Nederlands werkwoordspelling
        • Uitleg Nederlands ontleden
      • Nederlandse grammatica oefenen >
        • Ontleden oefenen
        • Nederlandse werkwoorden oefenen >
          • Nederlandse werkwoorden o.t.t.
          • Nederlandse werkwoorden o.v.t.
          • Nederlandse werkwoorden v.t.t. en v.v.t.
          • Nederlandse werkwoorden tijden door elkaar
      • Spelling Nederlands oefenen >
        • Spelling: enkele of dubbele klinkers en medeklinkers?
        • Welke letter d of t, ei of ij
    • Nederlands luisteren
  • Contact

Online Frans leren en oefenen met Petit Nicolas

Le petit Nicolas - aflevering 1 - le cadeau empoisonné
Met ondertiteling in het Frans

De tekenfilmreeks 'Le petit Nicolas" is gebaseerd op de gelijknamige geïllustreerde verhalen uit de jaren zestig.
Lees beneden eerst de omschrijving van de hoofdpersonen van de tekenfilm (en de boekjes) en maak de bijbehorende oefening (oefening 1). 
Kijk daarna naar de eerste aflevering (in het Frans ondertiteld). 
Heb je alles begrepen? Controleer het met behulp van de vragen bij oefening 2 (beneden).
Dit Franse boekje staat vol korte verhalen die niet alleen leuk zijn voor kinderen, maar ook heel handig zijn om Frans te leren. Lees over de avonturen van de kleine Nicolas en zijn vriendjes.
Les camarades de Nicolas:

Alceste
C'est le meilleur ami de Nicolas. Il est très gros car il mange tout le temps. Les dessins le représentent presque toujours en train de mettre quelque chose dans sa bouche. Sa nourriture rend aussi ses mains sales ce qui est parfois une gêne pour ses copains. Ses parents sont aussi gourmands que lui. Il est d'humeur assez égale, généralement positif, il n'aime cependant pas partager sa nourriture avec ses copains ce qui crée quelquefois des disputes et quand on lui serre la main, elle est toujours collante.

Rufus
Il est le fils d'un policier et a hérité de lui un sifflet [fluitje] à roulette, ce qui pose des problèmes lorsqu'il joue avec ses camarades car il veut être arbitre et participer en même temps. Rufus prend très au sérieux le métier de son père. Ce garçon est plutôt un cancre et il est jaloux de Nicolas quand celui-ci a de bonnes notes. De plus, il se fait souvent remarquer et il est souvent puni. Mais c'est quand même un bon copain de Nicolas et de ses camarades. On peut remarquer qu'il est très farceur.

Clotaire
Le dernier de la classe, il est très maladroit [onhandig] mais est considéré comme un très bon copain. Il est le seul des personnages à avoir une télévision chez lui. Quand la maîtresse l'interroge, il finit presque inévitablement au coin car il n'apprend rien puisqu'il s'entraîne au vélo, ce qui l'amène éventuellement à aller directement au coin pour gagner du temps.

Louisette
Meilleure amie de Nicolas qui en est amoureux et inversement. Elle court vite et a un shoot terrible.

Eudes
Il est très fort et souvent enclin à utiliser la violence pour faire accepter ses idées aux autres (« il aime bien, Eudes, donner des coups de poing sur le nez »), mais il paraît qu'il ne le fait qu'avec des amis, car il serait très timide. 

Geoffroy
Son père est très riche et il achète beaucoup de choses à son fils (« il gagne des tas et des tas d'argent »). Quand il apporte quelque chose à l'école, il aime faire son mystérieux et ses copains viennent toujours vers lui lorsqu'il a un paquet sous le bras. Ce dernier aime venir à l'école déguisé. Geoffroy est plutôt fier de son luxe et à force de se vanter, il s'est fait une réputation de menteur chez ses camarades qui depuis croient rarement ses histoires. Quand les mamans sont demandées à l'école, la mère de Geoffroy ne vient jamais : c'est Albert, le chauffeur de son père, qui se dévoue.

Agnan
Très sérieux et toujours prêt à s'instruire, il est le premier de la classe et le chouchou de la maîtresse auprès de qui il fait souvent de la délation, ce qui lui vaut d'être détesté par la plupart de ses camarades qui le traitent de « cafard » [kakkerlak]. En contrepartie, il montre parfois de la joie quand un camarade se fait punir. Il est le seul dans la classe à porter des lunettes ce qui dissuade les autres de lui taper dessus. Agnan pleure très facilement lorsqu'il est contrarié ou embarrassé, c'est pourquoi lorsque tout le monde joue au foot, il est nommé arbitre ou alors joueur en arrière voire gardien.

Maixent
Il a des jambes très longues avec de gros genoux sales et court très vite, il serait le seul à être plus rapide que Nicolas.

Bron: Wikipedia
Films en seriesFilms en series
Oefening 1 
Welke bewering/uitspraak hoort bij welke klasgenoot van Nicolas?
1 ... is de zoon van een politieagent
2 ... komt graag verkleed naar school.
3 ... rent sneller dan Nicolas
4 ... gebruikt graag zijn kracht om anderen te overtuigen.
5 ... is het lievelingetje van de juffrouw.
6 ... deelt zijn eten niet graag met anderen.
7 ... is een beetje verliefd op Nicolas.
8 ... staat bijna altijd in de hoek.
Alceste
Rufus
Clotaire
Louisette
Eudes
Geoffroy
Agnan
Maixent
Antwoorden oefening1:
1 Rufus 2 Geoffroy 3 Maixent 4 Eudes 5 Agnan 6 Alceste 7 Louisette 8 Clotaire 

Oefening 2
Beantwoord de vragen (in volgorde van kijken) over de tekenfilmaflevering om te zien of je het begrepen hebt:

1 Hoe zouden we in het Nederlands het spel "balle au prisonnier" noemen?
2 Leg uit: "C'est toi le prisonnier maintenant."
3 Welke strafmaatregel neemt Le Bouillon (de surveillant)?
4 Waarom willen de jongens een cadeau aanbieden aan de juffrouw?
5 Hoe heet de geheime operatie? Verklaar deze naam.
6 Wat vraagt Nicolas aan Marie-Edwige en waarom?
7 Noem een paar cadeaus die worden voorgesteld door de jongens. Kruis aan:
a een bos bloemen
b een doosje bonbons
c een zak met chocolade broodjes
d een fles parfum 
e een bontmantel
f een bioscoopbon
g een boek
h een balpen
i een ijsje
8 Hoeveel geld hebben ze ter beschikking voor het cadeau?
9 Wat voor cadeau kopen ze uiteindelijk en waarom kiezen ze juist dat uit? 
10 Waarom maken de jongens ruzie?
11 Waarom is de juf boos op Clotaire?
12 Wat gebeurt er uiteindelijk met het cadeau?
13 Krijgen de jongens de bal terug? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden oefening 2:

1 trefbal
2 dat je geraakt bent en dus de 'gevangene' bent.
3 Hij pakt de bal af
4 Ze willen haar positief stemmen, omdat ze haar willen verzoeken de bal terug te vragen aan Le Bouillon.
5 "Opération cercle de la liberté" (cirkel van de vrijheid). Het gaat om de bal. Deze is uiteraard rond, maar ze willen het woord 'bal' niet gebruken omdat het dan geen goede codenaam is ...
("forme d'un ballon, mais sans le dire")
6 Wat zij graag als cadeau zou krijgen in het geval dat ze een cadeau zou krijgen ...
7 b - c - e - g - h
8 Ze hebben in totaal 90 Francs
9 Twee beeldjes, omdat ze alleen dat konden betalen. De winkelier gaf ze eigenlijk meteen de beeldjes.
10 Ze maken ruzie om wie de beeldjes mag dragen en aan de juf gven.
11 Omdat hij aan het slapen is tijdens de les (hij had de hele nacht op het cadeau gepast, omdat hij bang was dat het kapot zou vallen)
12 De jongens geven het beeldje aan Le Bouillon om hem gunstig te stemmen.
13 Nee, de juffrouw had de bal eigenlijk willen teruggeven, maar vond dat de jongens te slecht hadden gehoorzaamd in de les.
Terug naar luistervaardigheid Frans onderbouw
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.