Persoonlijk voornaarwoord
Pronom personnel
Lijdend voorwerp oefening
Louvre - Paris
Vertaal onderstaande zinnen van het Nederlands naar het Frans
Antwoorden staan onder de oefening
Antwoorden staan onder de oefening
1 Zij heeft me gisteren gezien.
2 Ik wil hem niet ontmoeten.
3 Heb je hen gekend?
4 Jullie luisteren niet naar ons
(luisteren naar ... = écouter...)
5 Wij begrijpen u niet.
6 Houd je van me?
7 Geloof me!
8 Hoort u mij?
9 Ik zal haar nooit vergeten.
10 Zij vonden hem vermoeiend.
2 Ik wil hem niet ontmoeten.
3 Heb je hen gekend?
4 Jullie luisteren niet naar ons
(luisteren naar ... = écouter...)
5 Wij begrijpen u niet.
6 Houd je van me?
7 Geloof me!
8 Hoort u mij?
9 Ik zal haar nooit vergeten.
10 Zij vonden hem vermoeiend.
1 Elle m'a vu hier.
2 Je ne veux pas le rencontrer.
3 (Est-ce que) tu l'as connu? / L'as-tu connu?
4 Vous ne nous écoutez pas.
5 Nous ne vous comprenons pas.
6 Tu m'aimes? / M'aimes-tu? / Est-ce que tu m'aimes?
7 Crois-moi! (na een gebiedende wijs gebruik je de nadruk vorm)
8 Vous m'entendez?
9 Je ne l'oublierai jamais.
10 Ils le trouvaient fatigant.
2 Je ne veux pas le rencontrer.
3 (Est-ce que) tu l'as connu? / L'as-tu connu?
4 Vous ne nous écoutez pas.
5 Nous ne vous comprenons pas.
6 Tu m'aimes? / M'aimes-tu? / Est-ce que tu m'aimes?
7 Crois-moi! (na een gebiedende wijs gebruik je de nadruk vorm)
8 Vous m'entendez?
9 Je ne l'oublierai jamais.
10 Ils le trouvaient fatigant.